Spring naar bijdragen
View in the app

A better way to browse. Learn more.

Managers United - Football Manager

A full-screen app on your home screen with push notifications, badges and more.

To install this app on iOS and iPadOS
  1. Tap the Share icon in Safari
  2. Scroll the menu and tap Add to Home Screen.
  3. Tap Add in the top-right corner.
To install this app on Android
  1. Tap the 3-dot menu (⋮) in the top-right corner of the browser.
  2. Tap Add to Home screen or Install app.
  3. Confirm by tapping Install.

mattihamstra

Leden
  • Geregistreerd

  • Laatst bezocht

Alles door mattihamstra geplaatst

  1. Daar komt ook echt de ware aard van Nina naar boven. In spelen op de zwakte van Ties om er vervolgens keihard zakelijk gebruik van te maken
  2. Tussen de stilte en de storm Voor het eerst in maanden vertraagt de wereld. In Tirana, ver weg van de echo van juichende tribunes, het gekletter van scheenbeschermers en de blik van nieuwsgierige journalisten, leef ik als een onbekende. Geen camera’s. Geen vragen. Alleen de zon, het geluid van water dat zacht rimpelt langs de rand van het zwembad, en mijn ouders — mijn ankers in alles wat komen gaat. Het Orchidea Hotel is eenvoudig, bescheiden. Precies goed. Hier ben ik niet Luciano de spits, niet de jongen van Trastevere, niet de naam op het lijstje van AS Roma. Hier ben ik gewoon een jonge gast van zestien, die ijs eet in de middagzon en met zijn moeder in de supermarkt afdingt over perziken. Maar de stilte is geen vlucht. Het is voorbereiding. Elke ochtend jog ik een stuk door de heuvels buiten de stad. In mijn oren geen muziek, maar de stem van Totti. "We beginnen na je vakantie," zei hij me. "En als we beginnen, dan gaan we hard." Bijna dagelijks sturen we elkaar berichten. Soms een trainingsschema, soms een kort berichtje. "Hoe voelt je lichaam?" "Sterk." "Het moet sterker." "Komt goed." Na twee weken pak ik mijn tas. Terug naar Rome. Terug naar de realiteit die wacht als een groot, open veld vol onbekende tegenstanders. De eerste training bij AS Roma slaat in als een mokerslag. Dit is geen Serie D meer. Geen vertrouwde gezichten of rustige opbouw. Dit is profvoetbal. Overleven. Alles geven. Alles doorstaan. Het lijkt alsof we geen bal meer nodig hebben. Alleen gras, asfalt en longinhoud. Mijn benen voelen zwaar na een halfuur, mijn hoofd licht. Het zuur schuurt mijn keel. Mijn hart bonkt in mijn borstkast alsof het zich naar buiten wil vechten. Maar ik stop niet. Ik weet wat ze denken: jonge gozer uit Vaticaanstad, speelt leuk, scoort wat in de Serie D... maar is dit het niveau? Dat is de vraag die ik wil beantwoorden. Na de training trekt De Rossi me even apart. Zijn blik is scherp, maar niet hard. “We nemen je mee naar Amerika,” zegt hij kort. “Ik zal laten zien dat ik het waard ben,” zeg ik. Hij knikt. “Laat het niet alleen zien. Bewijs het.” Thuis is het bloedheet. De Romeinse zomer slaat als een muur tegen me aan. Op het dakterras ligt het bad te wachten, zonlicht schittert in het water. Maar ik ga er niet in. Geen energie meer. Ik strompel naar mijn kamer. Schaduw. Stilte. Mijn bed is koel. Ik laat me vallen, spieren trillend, hart vol. Voor ik mijn ogen sluit, fluister ik zacht tegen mezelf: “Dit is pas het begin.” @Djurovski het was een heel mooi einde maar nu is het tijd voor het begin van een nieuwe droom @Henk Mansveld @FSc1997 @Marius @timke1609 @Nom de Guerre
  3. “Gebeurt het vandaag?” De lucht boven Ostia is grauw van zout en wind, alsof de zee zelf ademt tegen het stadion. Je voelt haar in je gezicht, in je shirt, in je longen. De wind trekt ruw door de netten, speelt met vlaggen als een onzichtbare tegenstander. Ik sta in de tunnel. Mijn enkels strak ingetaped, mijn hartslag op een razend ritme dat zelfs mijn ademhaling niet bij kan houden. Alles in mijn lichaam weet het: vandaag kan het gebeuren. Vandaag kunnen we kampioen worden. Maar zodra de aftrap klinkt, voel ik het al. De sfeer klopt niet. Niet de juiste energie. De bal springt van voeten, als een wild dier dat zich niet laat temmen. Onze passing is gejaagd, onze beslissingen half. En dan… een tikje achterin, een onderschepping, en voor we het doorhebben ligt hij erin. 0-1. Binnen vijftien minuten. De bank veert op. De coach staat aan de zijlijn met gebalde vuisten. Hij zegt niets, maar zijn blik snijdt als een mes. Hij heeft dit niet verdiend. Wij ook niet. We herstellen, maar niet genoeg. Te geforceerd. Te weinig rust. En dan, vlak voor rust , een vrije trap van hen, hard en laag, dwars door de muur. 0-2. In de kleedkamer heerst geen woede. Geen gegil. Alleen stilte. De soort stilte die alleen valt wanneer iedereen voelt dat er iets glipt tussen je vingers. Tot D’Alessio opstaat. Hij kijkt ons één voor één aan. Geen theater. Geen clichés. Alleen zijn stem, rauw en ongefilterd. “Dit zijn wij niet. Jullie weten wie we zijn. Vergeet even de druk. Vergeet de camera’s. Kijk elkaar aan. Weet wie je bent.” Alsof iemand het raam opengooit. Frisse lucht. Adrenaline. Identiteit . Tweede helft: vol gas. We bijten, we vliegen. D’Alessio scoort al snel: 2-1. We voelen de energie kantelen. 88e minuut. Penalty. De bal is nog niet gelegd of ik weet: dit is mijn moment. Ik stap naar voren. Alles om me heen vervaagt. Alleen de bal. Alleen het net. Ik adem diep in. Voel het leer onder mijn vingers. Zet aan. Boem. 2-2. Geen tijd meer voor een derde. Geen kampioensfeest vandaag. Maar als we het veld verlaten, weten we allemaal: volgende week. Thuis. In Rome. Dán schrijven we geschiedenis. ⸻ De dag van Rome – Kampioen Flaminia-thuis. De stad is onherkenbaar. Trastevere lijkt een bedevaartsoord geworden. Alles rood en geel. De muren, de waslijnen, zelfs de Vespa’s. Drones zoemen boven ons als digitale engelen, camera’s richten zich op elk gezicht. Ik kijk op naar de tribune. Daar zitten ze. Mijn ouders. En naast hen... ja, hij is gekomen. Mijn oude mentor van school. De man die me ooit met een opgetrokken wenkbrauw adviseerde mijn dromen te temperen. Vandaag zit hij daar. En hij glimlacht. De wedstrijd begint. Maar ook nu voelt het gespannen. Alsof we allemaal op eieren lopen. Elke beweging overdacht, elke pass gewogen. Geen spontaniteit. Alleen verwachting. En dan, uit het niets: Opdam breekt op rechts door. Hij versnelt. Kijkt. Ik weet wat hij gaat doen. Ik maak mijn loopactie. Eén stap naar de eerste paal, en dan terug naar de tweede. De voorzet komt. Perfect. Ik zweef. Hoofd naar de bal. Alles valt samen. 1-0. Ik weet niet wat ik schreeuw. Alleen dát ik schreeuw. Ik ren naar de tribune. Mijn blik zoekt één gezicht. “Mammaaaa!” Het stadion trilt. Maar het is nog te vroeg. We weten het. En ja — in minuut 59 slaat Flaminia toe. 1-1. Dan begint het lange wachten. Minuten rekken zich uit tot uren. Elke seconde voel je. In je benen, je nek, je kaken. Mijn kuiten verkrampen. Niet van inspanning. Van spanning. 92:45 93:00 De fluit klinkt. Einde. We zijn kampioen. Er is geen geluid , er is een explosie. De bank vliegt het veld op. D’Alessio valt op zijn knieën. Giordani gooit zijn shirt het publiek in. De coach grijpt me vast, stevig, als een vader. “Zonder jou was dit nooit gelukt,” fluistert hij. “Zonder jou geen Trastevere-profclub.” Ik kijk hem aan, ogen vol. “Zonder ú wist niemand wie ik was.” ⸻ Addio – De Laatste Dans De zon hangt als een schilderij boven Rome. Goudroze, zacht, melancholisch. Alsof ze zelf ook weet: vandaag is het laatste hoofdstuk van iets moois. Mijn laatste wedstrijd. Mijn laatste keer op dit veld. Mijn laatste dag als jongen van Trastevere. De aftrap. En meteen chaos. 0-1. Iedereen schrikt. Maar ik niet. Niet vandaag. Niet in mijn laatste. 12e minuut. De bal rolt mijn kant op. Geen moment van twijfel. Eén aanraking. Één trap. 1-1. Mijn 32e doelpunt. 31 wedstrijden. Maar dat zegt niets over het meisje dat huilde toen ik een handtekening gaf. Over het kleine jongetje dat mijn nummer op zijn rug tekende met stift. Het zegt niets over het leven dat hier in me groeide. 81e minuut. Mousslih breekt door. Hij haalt uit. De bal verdwijnt in de hoek. 2-1. En dan, de wissel. Mijn nummer op het bord. Ik loop. Langzaam. Elk moment in me opzuigend. Geen stadion vol, maar wel vol gezichten. Gezichten die me kenden. Die zagen hoe ik viel. Hoe ik opstond. De trainer slaat een arm om me heen. Zijn stem is zacht. “Je hebt dit verdiend.” Ik slik. “Dank u. Voor het geloof. Voor alles.” ⸻ De Afscheidsronde In de kleedkamer feest. Water vliegt door de lucht. Kreten, gezang. Maar ik zit stil. Kijk. Onthoud. Ik ga terug naar het veld. Eén laatste rondje. Mijn hand glijdt over het gras, langzaam. Alsof ik het wil bedanken. Later hoor ik het officieel: AS Roma haalt me nu al binnen. Vrijgesteld van plicht. Tijd om te rusten. Te ademen. Thuis eten we die avond in stilte. Geen groot diner. Alleen rust. Mijn moeder kijkt me aan, alsof ze door me heen kijkt. Mijn vader heft zijn glas. “Op jouw reis,” zegt hij. Ik antwoord: “Op het begin.” En dat is wat het is. Geen einde. Alleen het laatste woord van hoofdstuk één. Ik kijk naar mijn tas. Mijn schoenen liggen erin. versleten. Zwaar van betekenis. Morgen begint de toekomst. Maar vanavond, neem ik afscheid. @Djurovski de memorabele momenten blijven zich nog even opstapelen @Henk Mansveld @Marius @FSc1997 @timke1609 bedankt voor de like weer @Nom de Guerre
  4. In een wereld waarin niemand te vertrouwen is moet je afgaan op je eerste instinct. Dat instinct heeft Ties volgens mij nog niet in de steek gelaten
  5. En het sprookje blijft in leven. Of is daar straks dan weer nina die van het sprookje doet veranderen in een nachtmerrie
  6. Geen speler is groter dan de club maar een haan? De spanning stijgt. Blijven ze de zenuwen de baas…
  7. April – De Gladiator, de kramp en het contract De zon hing laag boven Trastevere, als een brandende spotlight op een podium waar wij ons lot moesten spelen. Het stadion was klein, bijna intiem, maar het voelde die middag aan als het middelpunt van de wereld. De geur van gras, zweet en voorjaarsbloesem mengde zich met iets anders, een onzichtbare spanning, alsof de lucht zelf wist dat dit geen gewone wedstrijd zou worden. Dit was april. Mijn maand van bewijs. Mijn maand van strijd. We stonden bovenaan. De kranten schreven over ons, over mij. De scouts kwamen vaker, de blikken duurden langer. Maar in april telt geen reputatie, alleen daden. Ik moest overtuigen. Niet alleen de tegenstanders, niet alleen de twijfelaars. Vooral mezelf. GLADIATOR – THUIS – 1-1 We zaten nog geen tien minuten in de wedstrijd toen het gebeurde. Eén flits. Eén foutje. Eén droge knal die ons op achterstand zette. Het was alsof we plots in een ander Rome waren beland, niet het zonnige, toeristische Rome van Vespa’s en espresso’s, maar het bloedhete, zinderende Rome van het Colosseum. Wij de opgejaagden, zij de jagers. En hun doelman… hij was geen mens vandaag. Hij was een gladiator. Eén met het schild van de goden. Vier keer kwam ik oog in oog met hem te staan. Vier keer haalde ik uit met alles wat ik had. En vier keer greep hij in. Niet met kracht, maar met een soort voorbestemd gemak. Alsof hij wist wat ik zou doen voordat ik zelf die beslissing had genomen. Maar we bleven drukken. Beuken. Niet wijken. Het publiek schreeuwde zich schor, een muur van geluid achter ons. En toen, in de 86ste minuut, voelde ik het: de adem stokte in duizenden kelen tegelijk toen Giordani opsteeg , letterlijk opsteeg boven iedereen uit. Alsof de lucht hem optilde. Zijn hoofd raakte de bal met een perfecte precisie. Net. 1-1. Het stadionnetje ontplofte. Ik wilde juichen, rennen, springen. Maar toen kwam het. Die steek. Geen gewone vermoeidheid. Geen kramp zoals ik die kende van de eindfase van zware trainingen. Dit was een donderslag. Mijn kuit verkrampte van binnenuit, alsof er een touw werd aangetrokken en nooit meer losgelaten. Ik keek naar de zijlijn. De trainer zag het al. Eén blik was genoeg. Geen risico’s, zijn hand maakte het gebaar. Ik strompelde naar de kant. Zittend op de bank, met ijs tegen mijn been, keek ik toe hoe we nog probeerden, maar niets meer afdwongen. Na de wedstrijd was het stil. Geen douchesproeiers, geen schouderklopjes, geen harde muziek. Alleen ademhaling. En toen kwam de trainer naar me toe, tikte me op de schouder. “Ga morgen maar genieten van je verjaardag, Luciano,” zei hij. “Neem wat dagen vrij. Die krampaanval… dat is je lichaam dat spreekt. Wij hebben je straks fris nodig.” Ik knikte. Dacht er verder niet veel bij na. Een paar dagen rust, dat leek me niet slecht. Wat ik toen nog niet wist… was dat mijn leven de volgende dag voorgoed zou veranderen. ⸻ Een verjaardag in marmer en magie Ik werd zeventien. Maar deze dag begon niet in de klas. Niet op het trainingsveld. Geen fluit, geen schoolbel. Ik stond op in stilte. De lucht was koel, helder. Mijn vader zat al beneden, koffie in de hand, iets onleesbaars in zijn blik. Geen woorden nodig. Alleen een knikje. Een auto wachtte op me. Zwarte ruiten. Een chauffeur die mijn naam kende. We reden langs de Tiber, door het kloppend hart van Rome, en sloegen af naar het heilige der heiligen. Het Stadio Olimpico. Ik voelde mijn hart bonzen toen we het betonnen monster binnenreden. Alles was stil. Alsof de stad zijn adem inhield. Florent Ghisolfi stond me op te wachten. Technisch directeur van AS Roma. Hij lachte toen ik uitstapte. “Gelukkige verjaardag, Luciano,” zei hij. “Laten we vandaag geschiedenis schrijven.” En daar lag het. Het contract. Drie jaar. €39.000 per maand. Ik las het, herlas het. Niet omdat ik twijfelde, maar omdat ik de woorden wilde voelen. Begrijpen wat dit betekende. Alles wat ik had gegeven, alles wat mijn ouders hadden opgeofferd, zat nu in deze paar pagina’s papier. En toen zag ik hem. Aan de rand van de tribune. Schaduw op zijn gezicht. Zonnebril. Armen over elkaar. Totti. Hij was gekomen. Ik had het gevraagd, nauwelijks durvend. Maar hij was er. “Ik kon dit moment niet missen,” zei hij zacht. “Welkom bij de club, campione.” Mijn hand trilde toen ik tekende. Niet van angst. Niet van twijfel. Van eer. ⸻ Een avond boven Rome We zaten die avond bij La Terrazza dei Papi, bovenop de stad die nu ook een stukje van mij was. Rome gloeide onder ons in oranje en goud, alsof de hemel zelf wist wat er was gebeurd. Mijn ouders zaten tegenover me. Mijn moeder hield mijn hand vast. Mijn vader zei weinig, maar het glas rode wijn dat hij langzaam ronddraaide sprak boekdelen. We spraken over wat zou komen. Over druk. Over discipline. Over dromen. “Dit is nog maar het begin,” zei mijn moeder. Ik knikte. En toen keek ik uit over Rome. Over de domes, de basilieken, de ruïnes van het oude rijk dat nu de thuisbasis werd van mijn toekomst. Vanaf vandaag was ik niet meer alleen de jongen uit Vaticaanstad. Ik was Luciano van Roma. @FSc1997 als een grootheid als Totti zo lovend is dan kan dat alleen maar voor immense druk en verwachtingen zorgen. kan een jonge Luciano dat aan is de vraag die hij binnenkort moet gaan beantwoorden @Djurovski Als Totti het zegt kan je alleen maar luisteren. @Marius @timke1609 thanks voor de like weer @MNie @Nom de Guerre
  8. Er zijn van die momenten waarop alles even stilstaat. Niet omdat er iets groots gebeurt, zoals een kampioenschap of een belangrijk doelpunt , maar omdat je ineens iets voelt. Een soort trilling. Een vonk. Iets wat je niet kunt uitleggen, maar dat je meteen herkent. Ik had zo’n moment een paar weken geleden. Tijdens een wedstrijd van Trastevere tegen NF Ardea. Een gewone dag, gewone omstandigheden, een zon die langzaam over het kleine stadion gleed. Geen zenuwen in de lucht, geen hysterie op de tribune. Geen druk. Maar ík zat daar wel met een reden. Een naam had me bereikt: Luciano Romano. Zestien jaar. Spits. De transfer naar AS Roma was net rond. En dus wilde ik het met eigen ogen zien. Geen compilatievideo’s of data-analyse maar gewoon mijn instinct volgen, zoals ik dat mijn hele leven heb gedaan. Ik kwam kijken uit nieuwsgierigheid. Maar ik bleef kijken uit bewondering. Vanaf de eerste balcontacten zag ik het al. Luciano bewoog niet als een jongen van zestien. Hij liep met overtuiging, maar zonder arrogantie. Hij eiste geen aandacht, maar kreeg die toch. Elke aanname had richting. Elke versnelling een idee. En dan die kalmte… jongens van zijn leeftijd worden vaak overhaast in de zestien. Luciano niet. Hij had de rust van een man die al honderd keer gescoord heeft. Hij scoorde er drie die middag. Een hattrick. Niet omdat hij boven de rest uitstak qua kracht of snelheid. Maar omdat hij het spel las. Hij dook precies in de ruimte waar de verdediger net vandaan stapte. Hij anticipeerde, voelde waar de bal zou komen. En elke keer als hij in stelling werd gebracht, was het raak. Niet met brute kracht, maar met finesse. Een voet die precies wist wat nodig was — binnenkant, stiftje, koelbloedige schuiver. Alles klopte. Maar het was niet alleen zijn spel. Na de wedstrijd bleef ik zitten. Ik wilde zien wat hij deed, wie hij was als de spotlights uitgingen. En wat gebeurde er? Hij liep niet direct naar binnen. Hij bleef hangen, met zijn vader. Je zag een jongen die begrijpt waar hij vandaan komt. Die kinderen met open armen ontvangt, met ze op de foto gaat, grapjes maakt, tijd neemt. Geen haast, geen sterallures. Alleen maar warmte. Aanwezigheid. Menselijkheid. Toen wist ik: dit is iemand aan wie ik iets wil geven. Niet omdat hij het nodig heeft. Maar omdat hij het waard is. Dus ik heb contact gezocht. Geen officieel voorstel, geen groot plan. Alleen maar een simpel idee: privé met hem werken. Geen AS Roma, geen camera’s, geen druk. Alleen hij en ik. Eén-op-één. Een jonge speler met een droom, en een oude speler die weet wat die droom echt inhoudt. We hebben inmiddels gesproken. En wat me trof? Hij luistert. In stilte. Met concentratie. Niet om beleefd te zijn, maar omdat hij echt wil leren. En geloof me: dat is zeldzamer dan je denkt. Hij weet dat hij goed is — maar hij weet ook dat hij nog ver moet. Hij durft zijn zwaktes te benoemen. Hij weet dat hij sterker moet worden in de lucht, dat hij fysiek nog een stap moet maken. Maar hij verschuilt zich daar niet achter. Hij wil verbeteren. Elke dag. Elk detail. En dat is precies waarom ik geloof in hem. Ik ga hem geen Totti maken. Dat is niet het doel. Er hoeft geen nieuwe “Prins van Rome” op te staan. Luciano moet Luciano Romano worden. Iemand met zijn eigen verhaal. Zijn eigen stijl. Zijn eigen weg. Maar ik kan hem helpen de valkuilen te vermijden die ik zelf ben tegengekomen. De ruis buiten het veld, de verwachtingen, de druk. Want die gaan komen — geloof me maar. We gaan werken aan gevoel. Aan ruimte herkennen. Aan ritme, timing, afwerking — met beide voeten. Maar ook aan denken. Kijken. Ademen. Wachten. Soms is het beste wat een spits kan doen: niets. Dat leert niemand je in een systeem. Dat moet je voelen. En ik geloof dat Luciano dat kan voelen. Er komt een moment — misschien over een paar maanden, misschien over een paar jaar — dat heel Rome zijn naam kent. En op dat moment wil ik weten dat ik hem heb geholpen. Niet omdat ik iets terug wil. Maar omdat ik weet hoe het voelt om jong te zijn, en om de bal te dragen voor een hele stad. Luciano draagt hem nog niet. Maar hij tilt hem alvast op. — Francesco Totti @Djurovski niet mis om zo'n telefoontje te krijgen. alsof het niets is. maar dat geeft ook maar weer aan wat de potentie van Luciano is @FSc1997 als de keizer van Rome belt en je roept dan ga je zo simpel is het. @timke1609 @Marius thanks voor de like @MNie @Nom de Guerre
  9. ondanks de innerlijke zorgen voor Ties gaat het voetballende gedeelte gewoon prima
  10. Maart – Stem uit de hemel Soms voelt het alsof ik zweef. Niet letterlijk — al voel ik me steeds vaker gewichtloos als ik speel — maar mentaal. Alsof ik niet meer helemaal met beide benen op de grond sta. Alsof ik ben opgestegen naar een plek waar dromen plots tastbaar worden. Want maart… maart was anders. De weken ervoor voelde ik het al borrelen. Meer blikken op school, meer schouderklopjes na de training. Verwachtingen. De druk begon te duwen, maar in plaats van me naar beneden te trekken, duwde het me vooruit. Ik speelde niet om het goed te doen. Ik speelde om mezelf te bewijzen. En misschien, heel diep vanbinnen, in de hoop dat iemand me zag. Dat iemand keek. NF Ardea – Uit – 1-3 winst Het veld was zompig, het tempo laag. Alsof we door stroop renden. De wedstrijd voelde loom, traag, ongericht. Tot die ene lange bal van de keeper. Als een bliksemschicht doorbrak hij het ritme van de wedstrijd. We winnen hem op het middenveld. Eén pass, haarscherp — en ik voel het. Ik ben weg. Alles wordt stil. Alleen het gras onder mijn voeten, het doel voor me, de keeper die uitkomt. Ik blijf koel. Rond hem, tik met binnenkant voet. Leeg doel. 0-1. De tweede helft is net zo slaapverwekkend tot minuut 81. Cacheiro kijkt me aan, tikt ‘m lichtjes in. Ik hoef niet na te denken. Diagonaal, hard, strak in de hoek. 0-2. En als de klok op negentig tikt, doet hij het weer. Cacheiro. Voorzet. Ik. Hat-trick. Mijn tweede in korte tijd. Die tegengoal? Niemand die daar wakker van ligt. Deze wedstrijd was van mij. Latte Dolce – Thuis – 3-0 winst Sommige wedstrijden voel je bij het fluitsignaal al: vandaag gaan we niets weggeven. En dat deden we ook niet. Geen schot tegen, geen twijfel, geen chaos. Een muur. Crescenzo opent vanaf de stip. Giordani kopt de 2-0 binnen na een perfecte corner van Ricci. En na rust ben ik aan de beurt. Oliveras passt in. Ik voel direct de druk van een verdediger, zijn arm om mijn schouder, zijn lichaam tegen het mijne. Ik probeer te blijven staan, maar mijn balans wankelt. Toch schiet ik — vallend — met alles wat ik heb. En de bal slaat in het dak van het doel. 3-0. Ik blijf even liggen. M’n schouder protesteert. Maar ik lach. Dit is wie ik ben. Ik wil geen doelpunten waar niemand voor hoeft te vechten. Ik wil ze verdienen. Elke meter. Elke seconde. Cynthiabalonga – Uit – 2-6 winst Soms voelt een middag als iets wat je alleen in films ziet. Binnen twaalf minuten staan we 0-2 voor. Ik heb dan al twee goals afgekeurd zien worden — zuur, maar ik blijf scherp. Minuut 23: Massimo kapt zijn man uit, kijkt op, slingert de bal voor. Ik sprint bij de eerste paal, tik hem binnen. 0-3. Voor rust is het al 0-5. Ik word gewisseld. Vanaf de tribune kijk ik lachend toe. Kinderen komen naar me toe. Willen handtekeningen. Foto’s. Ze kennen mijn naam. En ik weet niet wat me meer raakt: hun blikken vol bewondering, of het feit dat ik ooit zelf zó naar iemand keek. Ooit had ik één poster boven mijn bed. Eén held. En dan komt het moment dat ik nooit zal vergeten. ⸻ De avond valt traag. De lucht kleurt van zacht goud naar diep rood. Ik zit op bed, bezweet, vermoeid — maar voldaan. Mijn telefoon trilt. Onbekend nummer. Ik neem op. “Hallo, met Luciano.” Stilte. Dan, alsof de hemel opengaat: “Luciano? Hier Francesco. Totti.” Ik vergeet te ademen. Alles in mij stokt. Mijn stem breekt als ik antwoord: “Francesco… Totti?” “Rustig maar,” zegt hij. “Het is echt. Ik heb je wedstrijden gezien. Je hebt iets.” Ik probeer iets te zeggen, maar ik weet niet hoe. Mijn woorden blijven steken in mijn keel. Hij vervolgt: “Je hebt flair, maar ook lef. Maar als je Roma écht aan wilt kunnen, moet je meer zijn dan een belofte. Je moet een soldaat worden in een oorlog waar iedereen kijkt.” Ik slik. “Ik wil het. Wat er ook nodig is.” “Deze zomer werk je met mij. Geen pers, geen show. Alleen jij, ik, een bal, en het veld.” Ik knik, al ziet hij het niet. “Dank je, Francesco. Wat je ook vraagt.” “Geef me geen dank. Geef me bewijs. Bewijs dat jij de volgende kunt zijn.” Klik. De lijn is dood. Ik blijf achter met één gedachte: Als Francesco Totti in mij gelooft… dan is het mijn taak om alles te geven. Om zijn geloof in mij tot waarheid te maken. ⸻ @Djurovski en die voeten spreken niet meer. die schreeuwen het uit lijkt het wel @FSc1997 die verdediger had geen schijn van kans. getuige de hattrick. @timke1609 het enige wat telt voor een spits @Marius @Nom de Guerre @MNie
  11. Ties zit duidelijk in een spagaat. Als trainer wil hij maar al te graag iets neer zetten. Als mens voelt hij misschien wel iets meer voor Nina dan alleen maar haar helpen. Maar wat als hij dat gevoel nou eens uitschakelt? Wat blijft er dan over?
  12. Door in de beker. De nummer 2 achter je gelaten. Voetballend gaat het ties voor de wind.. of zal daar dan toch ook een luchtje aan zitten?
  13. Februari – Het Gewicht van een Droom Sinds mijn naam op papier staat bij AS Roma, is niets meer zoals het was. Niet de blikken op straat. Niet de gesprekken op school. Niet de stilte in mijn hoofd. Mensen kijken me aan alsof ik er al ben. Alsof ik de top al heb bereikt. Maar de waarheid? Ik sta pas aan het begin. De droom is nog warm. Onzeker. Levend. En ik… ik ben onderweg. ⸻ Atletico Uri – Uit – 2-3 Winst De toon van de maand viel niet te negeren. Hij kwam in de vorm van een fluistering met vuur. “Dus jij bent die jongen van AS Roma? Laat maar eens zien vandaag.” Mijn directe tegenstander staat zó dichtbij dat ik zijn adem voel. Geen dreiging. Geen haat. Maar iets veel krachtigers: pure uitdaging. Ik knik. Eén keer. Het begin is gemaakt. Twee minuten. We staan al achter. 1-0. De bal ligt in ons net voordat ik het gras goed heb geroken. De tribunes ontploffen. De wereld draait even sneller. Maar chaos daagt me uit. En ik antwoord. Vijfde minuut. Strafschop. Mijn hart klopt wild, maar mijn hoofd is helder. Ik plant de bal. Een moment van stilte. Fluitsignaal. Ik haal uit. Kiezelhard. Kruising. 1-1. En dan… 13e minuut. D’Alessio tikt een bal los uit de hemel. Hij zweeft, draait, vindt mij precies in de ruimte. Ik neem hem aan, een fractie van een seconde later schiet ik. Vanuit een hoek die geen goal belooft… 2-1. Mijn adem stokt. Dit is echt. De adrenaline is nog niet gezakt of ik sta daar weer. 20e minuut. Twintig meter. Vrij. Eén seconde. Eén besluit. Ik haal uit met binnenkant voet. De bal draait – alsof hij precies weet waar hij heen moet. Kruising. 1-3. Mijn eerste hattrick. Binnen twintig minuten. Ik draai me om, zoek mijn tegenstander, tik zachtjes op zijn schouder. “Wil je de bal mee naar huis? Dan kan je straks tegen je kleinkinderen zeggen dat je erbij was.” In de 86e minuut komt mijn nummer omhoog. Publiekswissel. Ik voel het applaus als een warme golf over me heen. Mijn benen zijn moe, maar mijn hart danst. Na afloop zegt de trainer: “Vandaag zag je waarom Roma niet langer kon wachten. Maar wij? Wij zijn trots dat Luciano het seizoen bij ons afmaakt.” ⸻ San Marzano – Thuis – 4-1 Winst Er hangt iets magisch in de lucht. Alsof het stadion weet dat er iets gaat gebeuren. Vrije trap. D’Alessio. Dertig meter. Hij stapt aan. De bal vliegt als een fluistering door de lucht. Recht in het net. 1-0. We kijken elkaar aan. Geen woorden. Alleen vuur in de ogen. 13e minuut. Een diepe bal. De keeper twijfelt. Dat doet hij één keer. Ik niet. Eén aanname, en dan… een lob. Lichtvoetig. 2-0. Het publiek explodeert. Na rust. Alles versnelt. Alles klopt. Ik slinger een voorzet naar Massimo. Hij neemt hem in één keer. 3-0. San Marzano doet nog iets terug. 3-1. Even wankelt het. Heel even. Maar dan, minuut 70. Cacheiro raast langs de rechterflank. Hij slingert de bal laag en strak voor. Ik storm in. Alles in mij weet: dit is ‘m. Met één aanraking stuur ik hem over de lijn. 4-1. Mijn tweede van de dag. Ik voel het: het veld is mijn thuis. Hier begrijp ik mezelf. Hier word ik wie ik moet zijn. ⸻ En ondertussen… buiten het veld Op school ben ik geen leerling meer. Ik ben een storm. Docenten kijken alsof ze niet weten of ze me moeten prijzen of berispen. Klasgenoten fluisteren alsof ik een geheim ben dat iedereen kent. Het schoolhoofd wil met me praten. Mijn mentor schuift ongemakkelijk. “School moet rust brengen, Luciano. En jij bent… onrust.” Misschien. Of misschien ben ik een verhaal in beweging. Een bewijs dat dromen niet opgesloten hoeven te blijven in boeken. Dat je uit een wijkje als Trastevere, onder de klokken van de grote kerk, gewoon écht kunt doorbreken. Thuis praten we. Mijn moeder zegt weinig. Mijn vader fronst. “En je diploma dan?” Ik kijk hem aan. Mijn stem is zacht, maar zeker. “Pa… misschien komt dat ooit nog. Maar nu? Nu moet ik voetballen. Leven. Leren. Groeien. Dit is mijn moment.” ⸻ Februari brandde als een fakkel. Er was druk. Verwachting. Verwarring. Maar ik brak niet. Ik blééf staan. Ik ben Luciano. Zestien. Aanstormend Roma-talent. Maar voorlopig nog steeds de trotse zoon van Trastevere. En elke stap dichter bij de droom… Voelt als thuiskomen. ------------ @Djurovski de stap is prachtig natuurlijk maar een terug verhuur op dit moment was het belangrijkste. speeltijd en laten zien waarom Roma hem zo vroeg al oppikt @FSc1997 Luciano staat er goed op. het is niet voor niets dat Roma hem al zo vroeg toch maar oppikt. nu is het zorg om die verwachtingen waar te gaan maken. @timke1609 @Marius thanks voor de like weer @Nom de Guerre @MNie
  14. Ties zit precies tussen de engel en de duivel in. Wat hij ook doet en welke keuze daar bij hoort het lijkt sowieso voor hem niet goed te zijn
  15. Dit soort wedstrijden laat maar weer zien dat de ploeg iets onverzettelijks heeft
  16. Mindere wedstrijden toch winnen. Je weet dan wat er vaak over dat soort ploegen word gezegd
  17. Daar is de eerste lading van kritiek. Tijd voor een meesterzet
  18. 📣 BREAKING: AS Roma haalt 16-jarige spits Luciano Romano van Trastevere – wordt direct terugverhuurd AS Roma heeft vandaag bevestigd dat het 16-jarige spitsentalent Luciano Romano, afkomstig van Trastevere Calcio, heeft vastgelegd. De jonge aanvaller, geboren en getogen in Vaticaanstad, geldt als een van de opvallendste jeugdaanvallers in de regio. De club heeft hem direct terugverhuurd aan Trastevere voor ten minste het lopende seizoen seizoen. Romano maakt dit seizoen indruk in de Serie D met zijn koelbloedigheid voor het doel, loopacties en volwassenheid in het spel. Met zijn 16 jaar is hij een van de jongste spitsen ooit die structureel minuten maakte op dat niveau. ⸻ 🗣 Reacties van AS Roma-supporters: 🟢 RomaFutura93: Eindelijk een jonge spits van eigen bodem! Luciano Romano is pas 16, maar heeft al die flair en rust voor de goal die je zelden ziet. Goed dat Roma hem veiligstelt voor de toekomst. 🟠 TottiSempre10: Waarom meteen terug naar Serie D? Hij moet trainen tussen Dybala en Abraham, niet tegen part-time verdedigers in D. Ik hoop dat ze hem volgend jaar tenminste naar Primavera halen. 🔴 TestaccioCritico: Roma en spitsen opleiden? Scamacca was de laatste belofte en die speelt nu voor Atalanta. Romano is weer zo’n ‘great hope’ tenzij we écht leren hoe je een jonge aanvaller begeleidt. 🟡 SpqrDaniele: Luciano Romano speelt al met de rust van een veteraan. Slimme zet om hem nog een jaar vertrouwd te laten spelen. Laat hem groeien zonder hype. Roma pakt dit eindelijk verstandig aan. ⸻ 🟣 Reacties van Trastevere-supporters: 🟣 PrideOfVicoloDelCinque: Luciano Romano ís Trastevere. Onze trots, onze 9, onze killer. Mooi dat hij zijn droom leeft én nog even bij ons blijft. Elke goal die hij dit seizoen maakt, voelt als goud. ⚪ DelusioneRomana: Tuurlijk, trots, ja ja. Maar we zijn alweer iemand kwijt voordat hij echt iets voor ons kon winnen. Hoe lang blijven wij springplank zijn? 🔵 TevereBlu81: Hij blijft fysiek bij ons, maar mentaal is hij weg. Spelers als Romano horen bij ons te rijpen, maar Roma plukt nu al de vruchten. Ik hoop dat Trastevere er sportief én financieel iets aan overhoudt. 🔴 NostalgiaTrasteverina: Ik zag hem als 14-jarige scoren op het veldje bij Piazza San Cosimato. En nu speelt hij straks misschien op het Olimpico. Trots, ja. Maar het voelt als een afscheid in slow motion. ⸻ 📰 Reacties van journalisten en analisten: 🟠 Matteo Lisi (Gazzetta dello Sport): Luciano Romano is geen klassieke targetman. Hij beweegt slim, leest de ruimtes en heeft een goed linkerbeen. Roma voorkomt met deze zet dat hij volgend jaar bij Fiorentina of in Duitsland zit. De terugverhuur is een zachte landing. ⚫ Irene Fabbri (Sky Sport): Roma’s jeugdbeleid mistte jaren richting. Als Romano de juiste begeleiding krijgt, kan dit het keerpunt zijn. Maar hij moet snel naar een competitiefere omgeving dan de Serie D. 🟢 Giovanni Sampaoli (TuttoMercatoWeb): Romano doet denken aan een jonge Belotti, maar met meer finesse. Deze overgang is goed getimed: niet te vroeg, niet te laat. De vraag is: wie begeleidt hem, en wat is het concrete traject? ⸻ 🧑‍💼 Verklaring van AS Roma’s technisch directeur, Tiago Pinto: “Luciano Romano is een unieke spits voor zijn leeftijd. Hij is technisch vaardig, zoekt ruimte als een veteraan en is ijzig kalm voor het doel. We geloven dat hij op termijn kan concurreren op het hoogste niveau, maar juist daarom hebben we gekozen voor stabiliteit. Door hem bij Trastevere te laten, waar hij zich thuis voelt en veel speelt, leggen we de basis voor een duurzame ontwikkeling. Onze staf volgt zijn traject van dichtbij.” ⸻ 🎙 Geluiden uit Luciano’s entourage: 👤 Zijn agent (anoniem, via lokale media): “Luciano had aanbiedingen uit het buitenland. Maar Roma is zijn droomclub. Hij wilde blijven in zijn stad, dichtbij zijn familie, en op eigen tempo groeien.” 👤 Zijn trainer bij Trastevere: “Luciano is geen jongen die zweeft. Hij blijft met beide voeten op de grond. Zelfs na dit nieuws was hij de eerste die de ballen droeg na de training.” ⸻ 💭 Slotvraag aan het forum: Heeft Roma eindelijk de spits van de toekomst binnengehaald? Of is dit weer een veelbelovend talent dat in de vergetelheid raakt? Gaat Luciano Romano het verschil maken of wordt hij het zoveelste dossier in een overvolle jeugdmap? 👇 Laat je mening horen #LucianoRomano #RomaGiovane #TrastevereTrots #StrikerOfTheFuture --------------- @timke1609 een stap die natuurlijk eigenlijk veel te groot is. daarom is de terug verhuur een prima optie. en dan word er in de voorbereiding op het nieuwe seizoen wel weer verder gekeken wat goed is. @FSc1997 die financiële klapper laat misschien ook wel zien hoe veel clubs er achter hem aan zaten en dat dit bedrag wat natuurlijk wel krankzinnig is voor een 17 jarige zomaar maandelijks neergelegd gaat worden daar een weerspiegeling van is. eerst maar zorgen dat het een memorabel seizoen word met trastevere @Djurovski @Marius @MNie @Nom de Guerre
  19. Hopelijk heeft Tomas hun potentie gezien want het lijkt voor nu op niks. Of zijn het goede zaken omdat het loopjongens voor hem worden buiten het voetbal
  20. Tussen twijfel en triomf – De dag waarop alles veranderde De winter van Rome voelde kouder dan ooit. Niet vanwege de temperatuur – ik ben wel wat gewend – maar vanwege de stilte tussen de flarden van geluid. De stemmen die fluisterden, de ogen die keken, de flitsen van notificaties op mijn telefoon. Grote namen passeerden. Grote clubs. Grote dromen. En daar, ergens middenin dat alles: ik. Luciano. Zestien jaar oud. Nummer 10 van Trastevere. Een jongen met een bal. En ineens… lijkt die bal de wereld te bellen. We schrijven januari. Buiten het veld was het een storm. Binnen de lijnen – tja, daar wisselde het ook. Cassino-uit. 0-4. Zakelijk. Koud. Efficiënt. Drie punten, vier doelpunten, nul vreugde. Ik werd gewisseld – iets zat niet goed. In mijn hoofd, in mijn benen, misschien allebei. Soms heb je van die dagen waarop je jezelf kwijtraakt zonder te weten waar je was. Dan: Anzio Calcio-thuis. 1-2. De eerste nederlaag van het seizoen. En hij kwam binnen als een stomp in mijn maag. We domineerden, ik scoorde zelfs de openingstreffer. Maar dan, twee minuten van slordigheid – en weg was alles. Na afloop stond ik alleen in de catacomben. Kop naar beneden, hart in m’n schoenen. Niets deed iemand. Zelfs de trainer zweeg. Romana FC-thuis. 1-1. Weer punten weg. Laat in de blessuretijd. Een flits van onoplettendheid. Ik schopte m’n scheenbeschermers door de kleedkamer. Niemand zei iets. De frustratie was collectief, maar het voelde persoonlijk. En toen… explodeerde alles. Mijn telefoon trilde. En bleef trillen. Fabrizio Romano – de stem van de transferwereld – dropte een tweet: “Fiorentina en Salernitana hebben Luciano (2008) een contractvoorstel gedaan. De jonge spits maakt indruk in Serie D.” Mijn vingers beefden. Berichtjes stroomden binnen. Dm’s, telefoontjes, media, onbekende nummers. Iedereen wilde iets van me. Maar wat ik zelf wilde? Daar had ik amper nog woorden voor. Totdat… het telefoontje kwam. AS Roma. Mijn Roma. De club waar Totti koning was. De club waarvan mijn kamer volhing met posters. Mijn jeugd. Mijn droom. En nu… mijn werkelijkheid? Via het samenwerkingsverband met Trastevere hadden ze me gevolgd – en nu wilden ze me. Echt. Mij. Er lag een contract klaar. Ik keek naar mijn vader, Pietro. Hij zweeg. Zijn blik zei meer dan woorden ooit konden. “Gaat het niet te snel?” vroeg hij uiteindelijk, zacht. Ik haalde diep adem. “Pa… ik blijf. Op huurbasis. Ik wil dit seizoen afmaken. Maar Roma… Roma is echt.” Hij knikte. Zijn ogen glommen. Trotse angst, noem ik het. Of bezorgde hoop. ⸻ Deadline Day – 31 januari Het begon al vroeg. Rond 08:00 uur werden we verwacht aan de rand van Trigoria – Roma’s trainingscomplex. Een anoniem kantoortje, afgeschermd van pers en fans. Binnen: spanning. Stilte. En dan ineens: actie. Medische keuring. De arts was kalm, professioneel. Ik? Een bundel zenuwen. Bloedafname. Reflexcheck. Röntgenfoto’s. “Ontspan je schouder even,” zei hij glimlachend terwijl hij de scanner instelde. Ik probeerde te lachen. Het lukte niet echt. Daarna, wachten. Wachten. Nog meer wachten. Buiten stormde het van telefoontjes. Mijn zaakwaarnemer had de telefoon aan z’n oor geklemd. Roma wilde me. Maar ook Fiorentina zette nog druk. Salernitana deed er zelfs nog een extra bonus bovenop. Toch bleef Roma aan tafel. Vastberaden. De onderhandeling. Er werd overlegd, geschoven, herschreven. Het ging om meer dan geld. Het ging om het pad. Wanneer het profcontract zou ingaan. Wat mijn rol werd. Of ik in de Under 18 zou beginnen of meteen mee zou trainen bij de Primavera. Maar uiteindelijk wisten ze dat ik maar 1 ding in mijn hoofd had en dat was terug verhuren aan Trastevere. Het liep tegen 15:00 uur. Nog geen handtekening. Iedereen gespannen. Roma wilde het nú afronden. Voor 20:00 moest alles ingediend zijn bij de bond. “We moeten nú beslissen,” zei iemand in pak. Mijn vader keek me aan. Ik knikte. “Ik wil Roma. Punt.” En dan, eindelijk: het moment. In een kleine vergaderruimte, met een Roma-vlag op de achtergrond, schuift de technisch directeur het contract naar me toe. Ik pak de pen. Een handtekening. Een droom. Een nieuw begin. Vanaf nu betaalt Roma mijn jeugdcontract: €1.100 per maand. Op mijn zeventiende verjaardag? Automatisch door naar prof: €39.000 per maand. Geen clausules, geen omwegen. Alles was echt. Toen ik later die avond terugkeerde bij Trastevere, was het donker. De trainer stond op me te wachten. Hij klopte me op de schouder. Zijn ogen glommen. “Ik zei het toch. Jij was nooit gewoon één van de jongens. En nu weten ze het allemaal.” ⸻ Ik ben nog steeds Luciano. Zestien. Spits van Trastevere. Maar ook… Roma-speler. Met modder op mijn sokken. Een hand op mijn hart. En een droom die nu, eindelijk, écht begonnen is. ----------- @Djurovski Die loan back is er en dat trok uiteindelijk Luciano over de streep. @FSc1997 Er zijn zat voorbeelden dat het fout kan gaan. wat dat betreft mooi dat er mee is gedacht en dat Luciano aan een aantal doelen kan blijven werken. Kampioen worden is vanuit het team belang topscorer worden eigen belang maar wel hand in hand met elkaar. @Marius @timke1609 @MNie thanks voor de like @Nom de Guerre
  21. Nina heeft beet en dat weet ze maar al te goed. Maar niet om de reden die Ties misschien graag zou willen
  22. Nina weet hier al meer van. Misschien is het juist wel nina die met een organisatie werkt om Tomas te ontmaskeren. Het kan zoveel kanten op
  23. Is er misschien toch iets aan het ontstaan
  24. Oudjaarsdag – Tussen stilte en verwachting De laatste dag van het jaar begint altijd anders. Alsof de tijd zelf even pauzeert. Vaticaanstad was stil vanochtend. Geen claxons, geen scooters, alleen de zachte echo van voetstappen over natte straatstenen. Ik zat op mijn overdekte balkon met een kop thee die langzaam afkoelde, terwijl de stad onder me langzaam wakker werd. Mijn telefoon lag omgekeerd op tafel. Geen meldingen. Geen nieuws. Alleen ik en m’n gedachten. Ik dacht aan het begin van dit jaar, aan hoe alles anders was. De twijfels. De afwijzingen. De lange avonden waarop ik op m’n kamer zat, te scrollen door berichten van anderen die het wél hadden gehaald. Terwijl ik langzaam begon te geloven dat mijn moment nooit zou komen. Dat ik misschien gewoon net niet genoeg was. Net niet goed genoeg. En dan ineens… komt er een kans. Geen grootse aankondiging. Geen schijnwerpers. Gewoon een belletje. Trastevere. De club klinkt misschien als een voetnoot in het Italiaanse voetbal. Maar voor mij? Voor mij was het een levenslijn. Een deur die op een kier stond. En ik ben erdoor gelopen zonder om te kijken. Vanaf de eerste speeldag stond ik er. Spits. Basis. Geen opbouw, geen aftasten. Gewoon: jij bent onze man. En ik werd hun man. Twintig wedstrijden verder. Achttien doelpunten. Elke bal die ik raak lijkt op het juiste moment te vallen. Alsof het spel en ik eindelijk in gesprek zijn met elkaar. De cijfers liegen niet. Maar cijfers vertellen ook niet alles. Wat ze niet vertellen, is hoe ik me voel als ik het veld op loop. Hoe ik luister naar de geluiden van de tribune – klein, maar warm. Hoe de oude mannen bij het hek me elke training begroeten met dezelfde grapjes. Hoe ik hun trots voel groeien, elke keer dat ik scoor. Mijn trainer zegt dat de Serie A dichterbij is dan ik denk. Dat scouts zijn komen kijken. Dat namen zijn gevallen. Napoli. Torino. Misschien zelfs Roma. En als ik eerlijk ben – er zijn nachten dat ik wakker lig met die gedachte. Niet van euforie. Maar van twijfel. Want hier, in Trastevere, ben ik veilig. Hier speelt mijn verhaal zich af in stilte. Hier fluistert de stad me moed in, elke ochtend dat ik wakker word. Wat gebeurt er als ik straks speel in stadions met tienduizenden mensen, miljoenen ogen via schermen? Wat als elk balcontact wordt uitvergroot, elke misser een krantenkop wordt? Soms vraag ik me af: ben ik daar al klaar voor? Wil ik dat eigenlijk wel? Wat ik wél weet: ik wil dit seizoen afmaken hier. Ik wil kampioen worden. Niet alleen voor mezelf. Maar voor de mannen die elke dag op de club zijn. Voor die supporters die met plastic stoeltjes komen aanzetten alsof ze een theaterstuk gaan kijken. Voor de vrijwilligers die onze shirts wassen, onze velden harken, onze koffie of thee zetten. Voor hen wil ik promoveren. Ze zeggen het me steeds vaker: “Stel je voor, jongen, Trastevere in de Serie C… profvoetbal, op onze club!” Hun ogen glimmen als die van kinderen. En ik voel het dan ook. De betekenis. De verantwoordelijkheid. Daarna? Daarna zien we wel. De toekomst wacht wel even. Zolang het maar niet te ver van Vaticaanstad is. Want dat is mijn plek. Niet omdat ik religieus ben, maar omdat het me iets geeft wat ik nergens anders vind. Rust. Nederigheid. Elke week wandel ik er, soms met muziek in mijn oren, soms gewoon met gedachten. Tussen de stenen en pilaren voel ik me klein – en tegelijk gedragen. Alsof ik daar weer even weet waarom ik dit allemaal doe. Dus als straks het vuurwerk knalt en het nieuwe jaar begint, zal ik daar weer staan: met beide benen op de grond, met mijn blik op het spel, en mijn hart nog steeds hier – bij Trastevere, bij Vaticaanstad, bij deze droom die ik nu eindelijk leef. En als de rest van de wereld dan straks komt kijken… laat ze maar komen. Ik ben er klaar voor. Denk ik. ------------ @Djurovski Luciano beleeft een geweldig jaar. alsof een hogere macht hem helpt @FSc1997 alsof god persoonlijk de jongen vooruit brengt. Die fans zullen woest zijn. op hun plek gezet door nog maar een kind @Marius @timke1609 thanks voor de like weer @MNie @Nom de Guerre
  25. Mooi resultaat maar het levert ook een uiterst vervelende blessure op helaas

Configure browser push notifications

Chrome (Android)
  1. Tap the lock icon next to the address bar.
  2. Tap Permissions → Notifications.
  3. Adjust your preference.
Chrome (Desktop)
  1. Click the padlock icon in the address bar.
  2. Select Site settings.
  3. Find Notifications and adjust your preference.
[[Template core/global/global/includeJS is throwing an error. This theme may be out of date. Run the support tool in the AdminCP to restore the default theme.]]